Alles over obligatie-ETF's
Vastrentende effecten zijn effecten die rente opleveren, zoals staatsobligaties, bedrijfsobligaties, pandbrieven of andere schuldbewijzen, die normaal gezien worden gebruikt voor de financiering van langlopende schulden van de betreffende emittent of voor het beleggen van kapitaal van een belegger. De rente is vast en is bepaald op het ogenblik van uitgifte van het effect.
Een belegger in vastrentende effecten heeft meestal recht op:
-
Rente:Â De koper van een vastrentend effect ontvangt gedurende de looptijd een vaste rente in ruil voor zijn betaling van de aankoopprijs (deze geldoverdracht staat gelijk aan het verlenen van krediet).
-
Terugbetaling:Â Aan het einde van de looptijd wordt de schuld afgelost met de terugbetaling van de nominale waarde van het effect (die niet noodzakelijk overeenstemt met de aankoopprijs van het effect).
Â
Wie een vastrentende obligatie koopt die is uitgegeven door een onderneming, moet weten dat hij of zij daarmee geen deel van het eigen vermogen van de onderneming in handen krijgt - wat bij aandelen wel het geval is - maar wel dat hij of zij aan de onderneming vreemd kapitaal ter beschikking stelt.
Een vastrentende obligatie wordt in principe beschouwd als een beleggingsvorm met een vrij laag risico, aangezien zij bij liquidatie van de emittent voorrang krijgt op aandelen en afhankelijk van de vorm door zekerheden gedekt kan zijn.
Het risico kan echter sterk variëren van de ene obligatie tot de andere. Over het algemeen hebben obligaties die zijn uitgegeven door emittenten met een hoge kredietwaardigheid over het algemeen een lager risico dan obligaties van emittenten met een lage kredietwaardigheid. Deze laatste leveren meestal een hoger rendement (rente) op om het hogere risico van de belegger te compenseren.
De bekendste vastrentende effecten en emittenten zijn:
- overheidsobligaties, uitgegeven door een federale overheid (bijvoorbeeld staatsobligaties en andere federale effecten), een deelstaat, gemeente of publiekrechtelijke instelling. De federale overheid en de deelstaatregeringen financieren hun begrotingstekorten geheel of gedeeltelijk via overheidsobligaties.Â
- Bankbrieven en pandbrieven worden uitgegeven door kredietinstellingen. Dergelijke uitgiftes kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om kapitaal aan te trekken voor de financiering op middellange en lange termijn van de kredietactiviteiten.
- Bedrijfsobligaties (Corporate Bonds) worden uitgegeven door ondernemingen. Dit zijn obligaties aan toonder. Ze zijn een vorm van schuldfinanciering voor bedrijven.Â
Â
Obligaties worden vaak onderscheiden op basis van hun looptijd. Een populaire indeling is bv.:
- kortlopend (tot 5 jaar)
- middellange termijn (5 tot 10 jaar)
- langlopend (meer dan 10 jaar)
Â
De relatie tussen de (resterende) looptijd en de rente van een vastrentende obligatie wordt uitgedrukt aan de hand van de rendementscurve.
Net als alle financiële producten zijn vastrentende obligaties onderhevig aan bepaalde risico's. De belangrijke risico's zijn het tegenpartijrisico en het renterisico.
- Tegenpartijrisico:Â Het tegenpartijrisico (of kredietrisico) vloeit voort uit de mogelijkheid dat de emittent betalingsachterstand oploopt of insolvabel blijkt te zijn. Hoe lager de kredietwaardigheid van de emittent, hoe hoger het tegenpartijrisico van de obligatie. Zoals hierboven vermeld, moeten emittenten met een lage kredietwaardigheid een hogere coupon of een hogere rente aanbieden om, ondanks het hogere tegenpartijrisico in vergelijking met emittenten met een betere kredietbeoordeling, toch nog aantrekkelijk te zijn voor beleggers. Zelfs staatsobligaties kunnen een tegenpartijrisico inhouden. Internationale ratingbureaus meten in hoeverre individuele emittenten en obligaties volgens hen kredietwaardig zijn. De bekendste ratingbureaus zijn Moody's, Standard & Poor's en Fitch.
- Renterisico: Gedurende de looptijd is de prijs van de obligatie afhankelijk van het EUR-renteniveau en andere beïnvloedende factoren. Dit betekent dat de obligatie ook tijdens de looptijd onder de uitgifteprijs kan noteren en kan leiden tot waardeverliezen. Het renterisico moet worden beschouwd als een prijsbepalende factor. Het renterisico vloeit voort uit de mogelijkheid dat de marktrente zal wijzigen. Hoewel een obligatie aan het einde van de looptijd meestal tegen de nominale waarde wordt terugbetaald, heeft de marktrente een sterke invloed op de actuele koers van een vastrentende obligatie. De marktrente is een essentiële parameter voor de waardering van een vastrentende obligatie. Een wijziging van de rentevoet heeft - op zich bekeken - over het algemeen de volgende effecten:Â
- De koers van de obligatie daalt naarmate de marktrente stijgt.Â
- De koers van de obligatie stijgt naarmate de marktrente daalt.