Â
De mondiale obligatiemarkt zit in de lift: enerzijds neemt het aantal effecten dat wordt uitgegeven door staten en ondernemingen toe, anderzijds bedraagt het totale volume ervan momenteel omgerekend ongeveer 100 miljard US dollar. Dat is meer dan de waarde van alle aandelen overal ter wereld[1]. De obligatiewereld kent ook veel variatie. Op de obligatiemarkt zijn immers tal van emittenten te vinden die meestal tegelijkertijd verschillende obligaties met diverse voorwaarden en looptijden uitgeven.
Â
Een comfortabele en transparante toegang tot de wereldwijde obligatiemarkt wordt geboden door obligatie-ETF’s (Exchange-Traded Funds, in het Nederlands: aan de beurs verhandelde indexfondsen). Net zoals andere ETF’s weerspiegelen obligatie-ETF’s een bepaalde marktindex, in dit geval een obligatie-index. Beleggers kunnen aan de hand van één enkele belegging deelnemen aan de ontwikkeling van een breed gespreide obligatieportefeuille – bijvoorbeeld een basket die bestaat uit Amerikaanse staatsobligaties of staatsobligaties in euro met bepaalde looptijden. En wel voortdurend: als een bepaalde staatsobligatie vervalt, wordt de index automatisch aangepast. De belegger hoeft zelf niet in actie te komen.
Bovendien kunnen deelbewijzen van een obligatie-ETF – bijvoorbeeld in de vorm van een spaarplan – reeds vanaf 25 euro en met betrekkelijk geringe kosten worden aangekocht. Vele afzonderlijke obligaties noteren daarentegen uitsluitend in grote coupures en zijn slechts toegankelijk voor beleggers die een bedrag van 100.000 euro kunnen besteden.
Â
Sinds de lancering van de eerste obligatie-ETF’s in 2002 is hun aantal voortdurend toegenomen dankzij de hoge vraag vanwege particuliere en professionele beleggers: met een aanbod van ongeveer 50 obligatie-ETF’s behoort Xtrackers vandaag de dag tot de grootste aanbieders in Europa[4]. Obligatie-ETF’s zijn er inmiddels voor een groot aantal uiteenlopende obligatiesegmenten met verschillende rendementsprofielen en diverse gemiddelde kapitaaltoezeggingen (duration). Daardoor kunnen ze optimaal in de beleggingsstrategie van een belegger worden ingepast en kunnen ze dienen als lang aangehouden bouwstenen voor zijn portefeuille.
In de obligatie-indexen die achter de obligatie-ETF’s liggen, krijgen grote ondernemingen doorgaans de hoogste weging – net zoals bij aandelenindexen. Bovendien is het ook zo dat de schuldgraad op zich weinig zegt over de kredietwaardigheid van de emittent. Er moet ook worden gekeken naar het vermogen om de schulden af te lossen – en dat is bij grote ondernemingen, die obligaties in de bijbehorende grote volumes kunnen uitgeven, vaak zeer sterk.
Gezien het grote aantal en de verscheidenheid van obligaties is het inderdaad onmogelijk – en bijvoorbeeld wegens de kostprijs daarvan ook niet zinvol – om te beleggen in alle afzonderlijke effecten van een index. Daarom proberen portefeuillebeheerders de risico-eigenschappen van de index na te bouwen door de bijbehorende emittenten te selecteren ('sampling'-methode). Doorgaans vertonen sleutelkenmerken zoals rendement, coupon of gemiddelde kredietwaardigheid van het ETF slechts geringe afwijkingen ten opzichte van de index.
Om de benchmark, bijvoorbeeld een obligatie-index, te overtreffen, gaan veel actieve beleggingsstrategieën vaak kijken naar sectoren met een hoger risico en neigen ze naar concentratie. Wat tijdens positieve marktfasen kan leiden tot buitensporige winsten, zorgt in perioden van neergang tot even grote verliezen. Met passieve strategieën wordt daarentegen gepoogd de ontwikkeling van de benchmark voor 100 procent te volgen. Alles bij elkaar genomen schijnt een mix van actief beheerde beleggingen die in principe aan lagere kosten gekoppeld zijn, op basis van indexen nuttig te zijn.
Obligatie-ETF’s worden zowel op de secundaire markt (de beurs) verhandeld als op de primaire markt (emissiemarkt). Dat laatste gebeurt wanneer er sprake is van bijzonder grote orders. Daardoor is de liquiditeit van een ETF in principe hoger dan bijvoorbeeld die van een actief beheerd gemeenschappelijk beleggingsfonds. Bovendien: zijn obligatie-ETF’s normaal gezien beter verhandelbaar via de beurs dan afzonderlijke obligaties, aangezien voor die laatste vaak geen regelmatige handel plaatsvindt.
Illustratie van de primaire en secundaire markt[7]
Als er alleen maar obligatie-ETF’s verkocht zouden worden, zou de prijsvorming op de obligatiemarkt inderdaad niet meer werken. Obligatie-ETF’s maken, ondanks hun groei in de voorbije jaren, echter nog altijd slechts 1 procent van de wereldwijde obligatiemarkt uit. Momenteel is hun invloed op de prijsvorming daardoor slechts relatief gering.
Obligatie-ETF’s volgen de achterliggende index niet voor de volle 100 procent (zie mythe nr. 2). In principe is de activiteit in een ETF daardoor lager dan bij de onderliggende index of een soortgelijke actief beheerde portefeuille.
In principe slagen veel beheerders van actief beheerde obligatiefondsen er niet in hun benchmark op termijn te verslaan. Ook steeds meer professionele beleggers vertrouwen daarom op beleggingsoplossingen die indexen volgen, vooral omdat ze vlot kunnen worden verhandeld en automatisch zorgen voor een grote diversificatie.
De verschillende obligatiesegmenten uit de eurozone blijken slechts een geringe correlatie te vertonen en beschikken over zeer uiteenlopende risico-rendementsprofielen. Het spectrum gaat van staatsobligaties die zeer veilig worden geacht tot riskantere hoogrentende obligaties van bedrijven. Voor beleggers biedt dit tal van mogelijkheden tot diversificatie van hun obligatieportefeuille in één enkel valutagebied. De verhandelbaarheid van obligatie-ETF’s is bijzonder goed dankzij de hoge liquiditeit op de Europese markt.
Elk afzonderlijk euroland geeft zelf staatsobligaties uit. De kredietwaardigheid van de landen verschilt hier en daar sterk. Zo krijgen Duitsland en Nederland van ratingbureau Standard & Poor’s momenteel de hoogste score 'AAA', terwijl Italië en Portugal bijvoorbeeld slechts een 'BBB'-score krijgen en daardoor zowat op het niveau terechtkomen van minder ontwikkelde landen zoals Indonesië of Peru[8].
De markt voor obligaties in US dollar is met voorsprong de grootste en invloedrijkste ter wereld: nagenoeg de helft van de overal ter wereld uitgegeven obligatievolumes luidt in deze wereldwijd leidende valuta[9]. Daardoor zijn obligaties in USD een bijzonder sterk gediversifieerde asset class, vooral ook omdat veel emittenten buiten de Verenigde Staten, bijvoorbeeld in de opkomende landen, hun effecten in USD uitgeven. Voor beleggers in obligaties overal ter wereld zijn obligaties in USD daardoor bijna vanzelf een must. Wanneer de obligaties niet zijn afgedekt, moet wel rekening worden gehouden met het valutarisico.
De US dollar is nog altijd de leidende valuta – en de obligatiemarkt in USD is bijgevolg van zeer grote betekenis. Alles bij elkaar genomen kunnen beleggers kiezen tussen bijna 15.000 afzonderlijke obligaties in USD van meer dan 4.000 emittenten uit ongeveer 100 landen[9].
Nadat de obligatiemarkt van het Chinese vasteland voor buitenlandse beleggers werd opengesteld, worden sinds april 2019 obligaties die luiden in de Chinese valuta yuan (CNY) achtereenvolgens opgenomen in de grote mondiale obligatie-indexen. Voor beleggers is het daardoor aanzienlijk gemakkelijker geworden zich toegang te verschaffen tot de derde grootste obligatiemarkt ter wereld. Chinese staatsobligaties bieden een interessant rendement-risicoprofiel en vertonen een geringe correlatie met staatsobligaties uit de VS, Japan en de eurozone. Bovendien kunnen ze dienen als alternatief voor Chinese aandelen, om deel te nemen aan de langdurige groei van de tweede grootste economie ter wereld.
 Obligatie-ETF’s uit ChinaNa afsluiting van de integratie van CNY-obligaties in de Bloomberg Barclays Global Aggregate Bond Index zou de yuan in november 2020, na de US dollar, euro en yen en met een aandeel van ongeveer 6 procent, wel eens de vierde grootste valutacomponent in de mondiale obligatie-index kunnen worden[9]. De huidige toevloed van CNY-obligaties uit passieve beleggingsfondsen wordt door DWS geschat op omgerekend ongeveer 120 miljard US dollar.
De voorbije jaren zijn de zogenaamde ESG-criteria vastgesteld als norm bij de beoordeling van duurzame beleggingen. Obligatie-ETF’s met ESG-focus betreffen daarom uitsluitend schuldbewijzen van ondernemingen die voldoen aan bijzonder strenge eisen op het gebied van duurzaamheid. Doorgaans zijn het rendement en de duration van de bijbehorende fondsen vergelijkbaar met die van soortgelijke samengestelde conventionele fondsen[10]. Daardoor zijn ze ook geschikt voor beleggers die reeds een breed samengestelde obligatieportefeuille bezitten, maar hun geld duurzamer willen beleggen.
 Obligatie-ETF’s met ESG-focusDe ESG-criteria omvatten drie gebieden: milieu-aspecten zoals energie-efficiëntie of CO2-emissies (Environment), sociale aspecten zoals werkzekerheid of maatschappelijk engagement (Social) en het thema bestuur (Governance), dat onder meer rekening houdt met de management- en controleprocessen van een onderneming.
Core-Investments (kernbeleggingen) zijn bijzonder goed geschikt als langdurige bestanddelen van een breed gediversifieerde portefeuille. Core-obligatie-ETF’s volgen belangrijke obligatie-indexen en beschikken doorgaans over een zeer efficiënte kostenstructuur – wat positieve gevolgen kan hebben voor het rendement van de gehele portefeuille. Reeds één enkele core-obligatie-ETF kan de kern van een obligatieportefeuille vormen om rond zich andere obligatiebeleggingen (de zogenaamde satellieten) te groeperen in een zinvol verband.
Dat het zinvol is een beleggingsportefeuille te diversifiëren, is een gedachte die afkomstig is van de Amerikaanse econoom Harry M. Markowitz, en diens werk over moderne portefeuilletheorie, waarvoor hij in 1990 de Nobelprijs voor Economie heeft gekregen. De kern van zijn werk is de waarneming dat een spreiding van beleggingen in vergelijking met afzonderlijke beleggingen kan leiden tot een lager beleggingsrisico bij gelijke rendementsverwachtingen.
1. https://www.forbes.com/sites/garthfriesen/2019/07/16/want-to-know-why-the-stock-market-is-at-an-all-time-high-look-at-bonds/#73e4d704b357, https://www.pimco.com.sg/en-sg/resources/education/everything-you-need-to-know-about-bonds/
2. https://www.sueddeutsche.de/wirtschaft/geldanlage-mehr-sicherheit-im-depot-1.4533490
3. https://www.private-banking-magazin.de/besser-als-ihr-ruf-argumente-gegen-anleihe-etfs-sind-ein-mythos/
5. DWS, gemiddelde TER per 31.12.2018
6. Xtrackers, „Anleihe-ETFs – ein Plus für Ihre Allokation“, april 2019
7. Ontwerp: Deutsche Bundesbank; aangepast ter illustratie
9. Xtrackers, 'China Fixed Income: Dragon in the room?', mei 2019. Prognoses zijn gebaseerd op assumpties, ramingen, interpretaties en hypothetische modellen of analyses die mogelijk niet accuraat of niet correct kunnen blijken.